Outbreak

Een toegewijde parkwachter van een staatspark en zijn vrouw worstelen met de verdwijning van hun tienerzoon wanneer een mysterieuze uitbraak hun rustige gemeenschap treft. Terwijl het virus zich door het afgelegen natuurgebied verspreidt, wordt elke zoektocht naar antwoorden bemoeilijkt door afgesloten wegen, tegenstrijdige getuigenissen en groeiende angst onder de bewoners. De uitbraak dwingt hen niet alleen om hun verlies onder ogen te zien, maar ook om de grenzen van het park en hun vertrouwen in elkaar te onderzoeken.

Na verloop van tijd verandert de dreiging van een medische noodsituatie in iets psychologisch ingrijpender: paranoia, twijfels en onverklaarbare verschijnselen doen hen hun grip op de realiteit verliezen. Outbreak weeft een strak web van spanning en emotie waarin overlevingsdrang, schuldgevoelens en onverwerkte rouw elkaar raken — en de waarheid over wat er met hun zoon gebeurde misschien wel gevaarlijker blijkt dan het virus zelf.