Hari Rhodes

Caesar, een kleine chimpansee, groeit op in de beschermde wereld van het circus. Zijn ouders werden gedood omdat ze te veel menselijke trekken hadden. Op een dag neemt de circuseigenaar Caesar weg uit zijn vertrouwde omgeving en toont hij hem de echte wereld. Caesar ziet hoe zijn soortgenoten als slaven behandeld worden en vooral dom gehouden worden.

Een jonge vrouw is dokter in een ziekenhuis waar mysterieuze dingen gebeuren. Relatief gezonde patiënten hebben complicaties tijdens simpele operaties en komen in coma terecht. De patiënten worden vervolgens overgeplaatst naar een instituut dat ze in de gaten houdt.