Charlie lijdt aan een zeldzame aandoening: telkens wanneer hij echt gelukkig wordt, valt hij in een plotselinge narcolepsie. Om te voorkomen dat hij voortdurend wegzakt, ontwikkelt hij allerhande strategieën om zichzelf plezier te ontzeggen en zijn leven om die beperking heen te organiseren. Dat levert zowel komische als pijnlijke momenten op, en laat zien hoe isolerend het is om jezelf constant te moeten beheersen.
Zijn zorgvuldig afgebakende wereld kantelt als hij een spontane vrouw ontmoet die zijn regels tart en hem uitdaagt om opnieuw te durven voelen. De film mengt romantiek, humor en melancholie en onderzoekt op warme en vaak ontroerende wijze de vraag of je bereid bent risico’s te nemen voor echt geluk, zelfs als dat betekent dat je soms wakker schrikt van het leven.